Een vrouw, Hiltrud uit Zwitserland logeert hier (beneden) voor 7 weken en vroeg laatst aan mij of zij mee naar mijn werk mocht om rond te kijken. Ik vertelde haar dat het niet zo leuk is om een hele dag op kantoor door te brengen, dus stelde ik voor om Fatima te bezoeken en daarna naar Sarah Fox Hospital te gaan, naast het hoofdkantoor van Helpkids. Vandaag kwam het beste uit voor ons allemaal, dus vroeg ik Fatima of het goed was als we rond 2 uur bij haar op bezoek kwamen en dat kon.
Fatima zorgt samen met haar man en dochter voor heel veel kinderen als Cape Town Child Welfare de kinderen niet ergens anders kan plaatsen. Maar er komen ook vaak moeders hun kind brengen omdat ze er niet voor willen zorgen. Zij maakt de kinderen die vaak vies en zwaar verwaarloost bij haar aankomen schoon en brengt ze naar het ziekenhuis voor onderzoek.
Vanmiddag heb ik eerst een korte rondleiding gegeven door het kantoor in Hanover Park en daarna zijn we bij Fatima thuis geweest. Voor Ewout was het ook de eerste keer dat hij alles zag en hoorde alle schokkende verhalen van Fatima, terwijl ik lekker met een baby’tje van 2 maanden oud op de bank zat. Nadat Hiltrud nog een aantal foto’s had genomen van alle kinderen en Fatima gingen we naar Sarah Fox Hospital.
In het Sarah Fox Hospital liggen allemaal kinderen die uit een ziekenhuis ontslagen zijn, maar nog niet gezond genoeg zijn om naar huis te kunnen. Een van de zusters vertelde dat de meeste kinderen wel 2-3 maanden daar blijven om de behandeling af te maken en de kinderen definitief naar huis kunnen. We zagen kinderen van een jaar oud die er uit zagen als baby’s van 3/4 maanden, echt heel klein. Na de babyafdeling gingen we nog even een kijkje nemen op de kinderafdeling. Toen we binnenkwamen, kwam er een jongen op ons afgerend en gaf ons allemaal een hele dikke knuffel. Hij bleef de hele tijd in de buurt en wilde ook op de foto. Hij zette Hiltrud’s bril op en ging voor haar poseren. Ook zagen we een moeder uit Khayelitsha (de grootste township van Kaapstad) met haar kind op schoot en vroeg of zij ook op de foto mocht, natuurlijk!
Na de kinderafdeling zijn we nog even buiten gaan kijken naar de speelplaats, maar we besloten om maar weer naar huis te gaan. We bedankten de mensen en reden weer naar huis. Vandaag heeft Hiltrud ook de andere kant van Kaapstad gezien, ze vond het erg interessant en ik vond het leuk om haar (en Ewout) rond te leiden.
Vorig weekend (28 feb - 1 maart, we zijn een beetje laat met publiceren van dit verhaal…) was het fantastisch weer, 30+ dus zaterdag wilden we lekker een duik in het zwembad nemen. Er dreven redelijk wat blaadjes in het water dus ik begon ze er met het schepnet uit te halen. Op een gegeven moment zag ik iets lopen over de bodem… een krab! Hij was in het zwembad terecht gekomen, we weten niet hoe maar we begonnen een hele reddingspoging om hem er uit te krijgen. Dat was nogal een opgave, want hij was best snel! Uiteindelijk lukte het en hebben we hem in een emmer met zout water gestopt.
Zaterdagavond zijn we naar een rugby wedstrijd geweest, de Stormers (van Kaapstad) tegen de Blues (uit Nieuw Zeeland) en Ricardo ging met ons mee. Ik vind rugby echt leuk om naar te kijken, alles gebeurt op het veld. De supporters zitten door elkaar in het stadion en sommigen zijn wel erg enthousiast. Iets verderop in een ander vak waren supporters van de Stormers de hele wedstrijd aan het zingen en achter ons was een vrouw de hele tijd in het Afrikaans aan het schreeuwen naar de spelers wat ze moesten doen. “kom nou!” hebben we wel honderd keer gehoord, ja de beste stuurlui staan aan wal! In de eerste helft ging het best goed, de Stormers kregen een penalty en scoorden daarmee 3 punten. Helaas scoorden de Blues kort daarna een try (bal over de achterlijn, zoals een touchdown bij american football) en kregen 5 punten. Na een try volgt altijd de conversion, een soort extra penalty die 2 punten waard is. Gelukkig wisten de Blues de bal niet tussen de palen door te schoppen dus die 2 punten lieten ze liggen. De Stormers scoorden later ook nog een try, maar misten helaas ook de conversion, en de Blues scoorden nog een penalty. Zo kwam de uiteindelijke score van de eerste helft op 8-8. De tweede helft kregen de Stormers opnieuw veel kansen, maar de Blues kregen 2 penalties toegewezen (beiden gescoord) en de eindstand kwam daarmee op 8-14. In de allerlaatste minuten waren de Stormers nog vreeeeselijk dichtbij het scoren van een try (1 meter voor de lijn), waarmee ze de wedstrijd nog hadden kunnen winnen, maar het lukte ze niet. Ondanks dat de Stormers verloren, vond ik het best een leuke wedstrijd, alleen Ricardo was erg aan het balen.
Na de wedstrijd gingen we naar “Forries” om nog even wat te eten en hebben daar gezellig nagezeten tot een uur of 11. Ricardo ging nog uit met vrienden, maar wij besloten maar naar huis te gaan. Zondag gingen we namelijk wijnproeven!
Zondagochtend om een uurtje of tien stonden we buiten klaar om te gaan wijnproeven. Omdat het erg warm zou worden en ik en Ewout liever niet wilden rijden (3x raden waarom) zijn we met de auto van Elizabeth richting Garble gereden, een vriend van haar uit de gymnastiekwereld. We zouden eigenlijk eerst met z’n vieren (Elizabeth, Hildred en wij) gaan wijnproeven in Stellenbosch, maar toen Garble ervan hoorde riep hij dat hij en en zijn vrouw en 3 kids ook mee zouden gaan. Hun wijnvoorraad was immers op en moest die dus weer aanvullen. We gingen met de auto’s van Garble en zijn vrouw richting Stellenbosch, gelukkig hadden ze airco want onderweg zagen we de temperatuur oplopen naar 37,5 graad!
Rond half 12 kwamen we bij Muratie aan, een oude winefarm die al ruim 300 jaar in handen is van een familiebedrijf. Binnen probeerden ze zo veel mogelijk om de oude sfeer te behouden, zelfs de spinnenwebben voor het raam werden niet weggehaald! Helaas was deze wijnboer vooral gespecialiseerd in rode wijnen, iets waar Ewout en ik niet zo dol op zijn. We hebben dus vooral alle wit-achtige wijntjes geprobeerd maar helaas was het niet echt onze smaak. Daar hebben we dus geen wijn gekocht.. Garble kocht de voorraad wijn die ze nog van ‘97 hadden liggen op en nam 12 flessen mee.. Bij een volgende winefarm (Backsberg) heeft alleen Ewout nog wijntjes geproefd, 2 vielen er zo in de smaak dat hij een paar flessen heeft gekocht.
Ondertussen was het zo’n beetje lunchtijd dus zouden we wat gaan eten in Franschhoek. Elizabeth en Garble kenden een turner (volgens Garble de beste turner die hij ooit getraind heeft, heeft ook wereldtitels op zijn naam staan) die een paar jaar terug gestopt was en voor een restaurant was gaan werken, dus daar wilden ze gaan eten. Helaas bleek hij daar niet meer werken dus gingen we op zoek naar een ander restaurant. Uiteindelijk (na een uur ofzo) kwamen we bij een ultra-sjieke toko met uitzicht aan waar we onze buikjes hebben gevuld. Na de lunch gingen Garble’s vrouw en de kids naar het strand en hebben wij nog een toeristische route gedaan door de regio. Uiteindelijk waren we om ongeveer half 6 weer thuis.
Afgelopen dinsdag hebben we de arme krab maar vrijgelaten. Na 4 dagen in een emmer, met boerewors voor ontbijt, lunch en diner, besloten we dat hij genoeg geleden had. We waren er inmiddels achter dat het een zoetwater krab was dus we hebben hem vrijgelaten in een riviertje dat vlakbij ons huis loopt! Hij voelde zich als een vis in het water en nestelde zich halverwege tussen een paar stenen.
Al een week lang heftige bosbranden aan de gang in de wijnregio Stellenbosch, Paarl, Franschoek (check de etiketten van de lekkere wijntjes in de supermarkt ) Er hangt een gelige waas over Kaapstad, waar je overigens niet echt erg in hebt. Er staat geen wind, en het is ontzettend heet door de brandende zon. Geen airco of ventilator in huis. En dan tóch gewoon werken hè Wij kunnen de zomer in Nederland aan straks!
Omdat veel mensen vragen naar mijn vrijwilligerswerk hier, bij deze even een ‘korte’ beschrijving van de afgelopen week!
Vorige week ben ik weer begonnen met werken, maar werd dinsdagmiddag ziek en ben de rest van de week thuis gebleven. Afgelopen maandag was ik nog steeds ziek, een beetje grieperig, maar dinsdag ben ik weer begonnen met werken. Ik moest mij eigenlijk voorbereiden voor het groepswerk (’behaviour modification’ en ‘life skills training’ aan de pleegkinderen) Dit moet eigenlijk voor het einde van deze maand gebeuren, maar Valerie (de maatschappelijk werker) had mij nodig. We gingen samen op huisbezoek ter voorbereiding op de rechtzaak van donderdag de 26ste.
De situatie:
Het gaat om een moeder van 30 die 6 kinderen heeft bij 3 verschillende mannen. Alle kinderen zijn uit huis geplaatst, omdat moeder drugs gebruikt(e). Het oudste kind is 13 en de jongste is vorige week 1 jaar geworden. Alle kinderen wonen bij hun vaders en grootouders. We moesten op huisbezoek om te kijken hoe het gaat met de kinderen en of de grootouders of vaders geschikt zijn om de kinderen officieel in hun zorg te krijgen. Op zich zijn ze al wel hun zorg, maar dat is op privaatregeling. Dat betekent dat de moeder ten alle tijden haar kinderen kan terug eisen. Daarom moest het voor de rechter komen om de moeder officieel uit de ouderlijke macht te zetten. Valerie had een van de grootouders al gesproken op kantoor, maar we moesten nu naar de moeder en naar de andere grootouders/vaders.
Dinsdag was het hier erg warm, rond de 38 graden en Valerie is niet zo fan van lopen, dus vroeg ze aan de nieuwe stagaire of zij ons met haar auto naar de andere kant van Hanover Park kon brengen. Na lang wachten, ongeveer anderhalf uur, gingen we dan eindelijk. De stagaire zette ons af en wij gingen eerst bij de moeder langs om te kijken hoe het met haar ging en de omstandigheden te peilen. Na dit huisbezoek gingen we lopend door naar een van de grootouders. Omdat wij niet precies wisten waar het was, liep de moeder met ons mee. Tijdens zo’n huisbezoek stellen we vragen over achtergrond, financiën, religie, e.d. en kijken rond in het huis om te zien of het groot genoeg is voor het kind/kinderen. Na alle huisbezoeken waren we inmiddels al 3 uur verder en liepen we weer terug naar het kantoor. Daar kwamen om half 4 binnen en kon ik eindelijk gaan lunchen. Ewout kwam mij om 4 uur weer ophalen en thuis aangekomen nam ik even een duik in het zwembad. Daar was ik echt aan toe!!
De volgende dag heb ik alle rapporten geschreven, daar was ik bijna de hele dag zoet mee. ’s Middags was ik er zo klaar mee en wilde naar huis, want ik was Valerie’s werk aan het doen, terwijl zij lekker op stap was met Anneline en een andere collega. Toen zij eindelijk na 2 uur terugkwamen met hun lunch (KFC) en kon ik Ewout opbellen om te vragen of hij mij kwam ophalen. (ik kon niet eerder weg want ik was de enige op kantoor) Ik had met Valerie afgesproken dat ik de volgende dag rechtstreeks naar het hof in Wynberg zou komen.
Donderdagochtend moest ik om 10 uur in het gerechtsgebouw zijn, op de eerste verdieping. Nadat ik door de beveiliging was gegaan en boven kwam, was Valerie nog nergens te bekennen. Alle kinderen met vaders en grootouders waren al aan het wachten. De moeder kwam een half uur te laat en toen was Valerie er nog steeds niet.
Tegen 11 uur kwam Valerie dan eindelijk, maar omdat zij te laat was moesten we lang wachten. We wisten nog niet precies hoe lang. Er ontbraken van een aantal kinderen nog de geboortecertificaten, dus ging ik met Valerie deze ophalen bij een soort gemeentehuis. Alles gaat hier rustig aan, dus het is niet raar dat je bijna 2 uur staat te wachten, totdat je weer terug kan naar de rechtbank om daar vervolgens weer te wachten. Het was ondertussen half 2, dus lunchtijd, dan werkt er niemand in de rechtbank. Gelukkig mochten we wel weer naar binnen en uiteindelijk om kwart over 3 waren we aan de beurt. Helaas mocht ik niet mee de rechtzaal in en stond ik samen met de grootouders in de gang te wachten. Ik baalde er flink van, ik wilde juist weten hoe dat gaat!
Na 2 minuten kwam iedereen weer naar buiten en hoorde ik van Valerie dat het voor de oudste kinderen allemaal goed is gegaan, dus in zorg zijn van de grootouders of vader. Alleen de jongsten waren nog niet officieel in zorg van hun grootouders geplaast. Het hoe en waarom heb ik nog geprobeerd te achterhalen, maar Valerie vertelde er weinig over. Ik ga maandag het dossier wel lezen en hoop er dan achter te komen… De moeder van de kinderen had goed begrepen dat zij nog niet officieel uit de ouderlijke macht was gezet van de jongste kinderen en wilde die dus meenemen… De oma en ik hebben de kinderen van haar moeten afpakken. Ondanks het huilen van vooral het 4-jarige meisje weet je toch dat het voor de kinderen beter is om bij opa en oma te wonen.
Vanaf het moment dat Ewout tegen me zei dat Annet en hij voor langere tijd naar Kaapstad zouden gaan hebben we afgesproken dat ik ook ‘even’ langs zou komen. Omdat Ewout en ik in 1999 negen maanden in Kaapstad gewoond hadden zou het voor mij ook een soort van thuiskomen zijn. We hadden afgesproken dat ik begin februari met hun mee terug zou gaan naar Zuid-Afrika, na hun korte werkvakantie in Nederland. Na eerst op de zondag ervoor in een koude kroeg in Hoorn (de kachel deed het niet…. Brrrrr!) nog wat laatste dingen besproken te hebben en alvast de trip naar Namibië gepland te hebben was het op dinsdag 3 februari eindelijk zo ver.
Na een lange vlucht zonder al te veel turbulentie kwamen we ’s avonds in Kaapstad aan. We namen een taxi naar Newlands en ik werd rondgeleid in hun appartement. Het is een ‘2 bed, 2 bath’ bovenverdieping. Ik had dus mijn eigen slaapkamer en mijn eigen badkamer! Wat een luxe!
Annet was nog vrij de 2 weken dat ik op bezoek was dus we konden gezellig met z’n drieen van alles ondernemen. Omdat we alledrie de toeristische plekjes al gezien hadden zijn we een ‘trip down memory lane’ gaan nemen. Lunchen bij Gourmet, een cafeetje bij ons oude werk, de kroeg in met een oud-collega en sundowners bij La Med, een kroegje aan het strand. Erg prettig allemaal Ook zijn we nog gaan shoppen om dat ik er kennelijk teveel als een Nederlander uit zie zag (Ewout & Annet in koor: “we fixed that!”). Dus slippers (a must-have), een korte witte broek en een aantal gekleurde t-shirts (want dan lijk je bruiner) verder, durfden ze zich met mij in het openbaar te vertonen.
Verder is alles wat we gedaan hebben al op de blog te lezen geweest. De hoogtepunten waren voor mij toch wel Lion’s Head oplopen (met een rooie kop op de foto als je boven bent), de Tafelberg op (met de cablecar dit keer), lekker bij het zwembad in de tuin relaxen, ’s avonds lekker braaien en last but not least: the Namibian Roadtrip!
Zuid-Afrika is al een prachtig land, maar Namibie vind ik helemaal geweldig. De uitgestrektheid van de woestijn afgewisseld met geweldige canyons, grote duinen tot 300m hoog en kleine dorpjes met gelukkig een tankstation. Tijdens onze trip regende het ook redelijk veel, erg zeldzaam in de woestijn! Het was erg mooi om te zien, niet alleen prachtige wolken in de lucht maar door de regen ook opeens veel opbloeiend groen. Kijk maar naar de foto’s!
Ik wil Annet en Ewout heel erg bedanken voor hun gastvrijheid. Ik kijk nu al uit naar de braai in de zomer in Nederland!
Nog een laatste woord aan alle mensen die de kans hadden kunnen nemen om hierheen te komen en het nagelaten hebben: What a mistake-a to make-a!
Om 6 uur ging de wekker. Na het douchen en inpakken zijn we het dorp ingereden om te pinnen, de tank vol te gooien en om bij de supermarkt een ontbijtje en wat drinken te regelen. Rond half 8 begon onze lange reis terug naar Kaapstad, nog 986 kilometer vanuit Keetmanshoop! Marc begon achter het stuur zodat hij ook nog eens met daglicht over die barre weg kon rijden, maar wat bleek: na Keetmanshoop was de weg weer keurig voorzien van strepen!
Na 2 uurtjes rijden wilde Annet ook wel even achter het stuur dus werd er van plek gewisseld. Net voor de grens met Zuid-Afrika kreeg Annet een beetje last van haar voet, dus nam ik het stuur over. Nog net in Namibië gooien we de tank weer vol om van (bijna) de laatste Namibische Dollars af te komen, daarna moesten we weer door de grensposten administratie rompslomp heen.
Gelukkig werden we ook weer toegelaten in Zuid-Afrika! Na een uurtje rijden kwamen we weer bij Springbok aan en daar hebben we bij de KFC even gelunched.. Hierna zijn we weer snel in de auto gesprongen en hebben we Marc en ik de resterende 565 kilometers doorgetrapt. Omdat Marc iemand kent die zand spaart (heeft zand van overal ter wereld), zijn we nog via Bloubergstrand gereden om een bakje vol te scheppen.
Uiteindelijk kwamen we afgelopen zaterdag we om half 8 ’s avonds thuis aan.. Home sweet home! Zondag zijn we meteen begonnen met de verhalen op de blog te zetten (eigenlijk Annet zaterdag al op haar laptop achterin in de auto..), maar zoals julie zien heeft dat nog wat voeten in aarde gehad. We zijn blij dat de verhalen en foto’s er nu allemaal op staan!
Vrijdagochtend om 04:45 uur meldde de wekker dat het tijd was om op de staan. Ik sprong na 3 keer snoozen onder de douche en merkte dat na ongeveer 2 minuten het warme water op begon te raken. Ze gebruiken er speciale houtgestookte buitenboilers om warm water de huisjes in te krijgen, maar dat vuurtje hadden ze de dag ervoor bij inchecken opgestookt en was dus al lang weer uit! Helaas dus voor Annet, haar douche daarna was geheel voorzien van koud water…
We pakten voor de zekerheid maar al onze spullen in, want we wisten niet of we na de georganiseerde tour nog in de huisjes terecht konden. Even na half 6 liep ik richting de auto om wat spullen in de kofferbak te leggen. De auto stond naast Marc’s huisje geparkeerd en ik zag daar nog geen licht branden! Ik klopte een paar keer op de deur en kwam er achter dat Marc nog niet wakker was. Gelukkig hielp het kloppen, hij werd wakker, zag de tijd en begon zijn ochtendritueel in een *lichtelijk* versneld tempo.. (hij had nog 10 minuten..)
Om 6 uur hadden we alle spullen in de auto liggen en liepen we naar de receptie, waar onze tourguide voor de dag (Matthews) al op ons stond te wachten. Het was de bedoeling dat we nog even thee en koffie zouden drinken voor vertrek, maar omdat we al aan de late kant waren hebben we na een paar slokken de kopjes laten staan en zijn we in de 4×4 gestapt. We reden het terrein van de lodge af en draaien de dirtroad richting Sesriem op. Nog geen 5 minuten later stonden we stil voor een snelstromende brede rivier die besloten had dwars over de weg te gaan stromen. Via het ‘bakkie’ zocht Matthews contact met zijn baas, die vervolgens met een andere auto polshoogte kwam nemen. Die keek even naar de stroming, stak rechts over met zijn 4×4, keerde om en deed het nog eens. Hierna staken wij over en over het bakkie hoorden we zijn baas zeggen dat hij “asseblief baie voorsigtig moe wees” omdat er erg veel regen gevallen was, en we gevaarlijke situaties tegen konden komen. Gelukkig bleef het bij deze ene ‘rivier’, de verdere weg was redelijk watervrij. Er waren wel plekken zichtbaar waar tot voor kort nog water had gestroomd maar het meeste water was al opgedroogd.
Rond 7 uur kwamen we aan bij de gate van Sossusvlei, waar een camping en lodge is. Marc en ik herkenden de campsite van 1999, toen we op onze safari met Nomad hier hadden gekampeerd (zie hier de foto’s van toen). Er is sindsdien veel bijgebouwd! Matthews haalde bij de receptie toegangskaarten en we reden daarna Sossusvlei in.
De weg die in ‘99 nog een dirtroad was, was inmiddels veranderd in een heuse asfaltweg! Dat mogen ze op meer plekken doen! Na een kwartiertje reden we tussen de eerste duinen door en zagen we het rondom ons op diverse plekken regenen. Dat vonden we redelijk uniek.. midden in de woestijn met regen!
Even verderop ligt ‘Dune 45′, een zandduin van zo’n 80 meter hoog die te beklimmen is. De duin ligt 45km vanaf de gate, vandaar dus de naam. Omdat het erg hard waaide en we een grote regenbui recht op ons af zagen komen, zijn we niet de hele duin opgelopen. Snel weer de auto in!
We reden verder Sossusvlei in, verder dan waar Marc en ik in ‘99 geweest waren dus we waren eigenlijk benieuwd wat er nog meer te zien viel! Na een kwartiertje rijden over het asfalt verandere de weg in een zandweg die door de regen erg glibberig geworden was. Zelfs in Matthews 4×4 gleden we van links naar rechts door de diepe sporen die de eerdere auto’s gevormd hadden. Uiteindelijk stopten we op een plek waar we mensen van hun geparkeerde auto’s weg zagen lopen. Ook wij stapten uit en begonnen te lopen. Na zo’n 100 meter ging Matthews een zeeer interessant verhaal over een plant vertellen, terwijl de regen steeds harder uit de lucht kwam vallen. Helaas had hij niet door dat we een beetje verveeld en verkleumd naar zijn verhaal luisterden, dus hebben we daar ruim 5 minuten gestaan voor we verder gingen lopen. Nu pas hadden we door dat we op weg waren naar ‘Deadvlei’, een plek tussen de duinen in die vroeger onder water gestaan heeft waardoor de bomen dood gegaan zijn, en uiteindelijk versteend zijn. Erg mooi om te zien!
Op de terugweg naar de auto liepen we een klein stukje een duin op (Big daddy, een duin van 235 meter hoog), om vervolgens via de rug van die duin verder naar beneden te lopen. Ik rende vast vooruit om de rest op de foto te zetten Het was ondertussen al bijna 11 uur en we hadden al een paar keer stilletjes tegen elkaar geklaagd dat we nu toch wel een beetje honger hadden. Gelukkig bleken we nu dan eindelijk te gaan ontbijten! Een picknick tafel onder een boom werd gedekt en er kwamen leuke ontbijtpakketten uit de auto. Konden we eindelijk onze honger te stillen!
Na het ontbijt ruimden we de tafel af en reden we terug naar Sesriem. Onderweg hielden Annet en ik onze ogen toch echt even niet meer open en zijn we even een kwartiertje van de wereld vertrokken! Bij Sesriem deden we een toiletstop om daarna direct door te gaan naar de Sesriem Canyon, de kleinste canyon ter wereld. We liepen naar beneden richting de bodem van de canyon, maar bijna beneden aangekomen konden we niet verder meer lopen, er stond namenlijk water in (in ‘99 niet)! Matthews legde uit dat de canyon vernoemd was naar het aantal dierenhuiden dat ze aan elkaar moesten knopen om met een emmer water uit de waterpoel beneden te kunnen scheppen: zes. Dus zes riemen aan een emmer en je had water, Sesriem!
Na Sesriem Canyon bezocht te hebben was onze tour op zijn eind. We vroeger aan Matthews of we ergens in de buurt misschien konden pinnen, omdat we bijna door ons contante geld heen waren. Bijna nergens waren namenlijk pinautomaten te bekennen en alles gaat daar ook eigenlijk met cash. Ook benzine kan alleen cash betaald worden aan de pomp, en we wisten dat we dat bij het eerstvolgende dorp op de terugweg toch ècht moesten doen! Matthews bracht ons naar een lodge waar hij dacht dat we pinnen konden, maar bij de receptie kregen we te horen dat ze al dagen een storing hadden dus dat dat niet ging. Ze konden wel US dollars of euro’s wisselen voor Namibische dollars en Marc had gelukkig 30 euro bij zich! Voor een slechte wisselkoers kon hij deze inwisselen, maar we hadden in ieder geval weer wat cash! Een uurtje later waren we bij A little sossus lodge terug, bedankten we Matthews en maakten ons klaar voor de rit van 134km naar Maltahöhe over dirtroad. Vanaf daar zou de rest van onze terugreis richting Kaapstad gelukkig weer allemaal asfalt zijn.
Langs de weg zaten 3 dames (van de lodge) al vanaf 7 uur ’s morgens te wachten, omdat één van hen een lift naar Maltahöhe nodig had om naar de begrafenis van een familielid te kunnen. Matthews had aan ons gevraagd of we haar mee konden nemen, dus dat deden we. Ze stapte in en off we went! Omdat de benzinemeter iets boven een kwart aangaf, besloot ik de airco uit te zetten om zeker te weten Maltahöhe te kunnen halen. Dat bleek een goede beslissing want toen we daar uiteindelijk 2,5 uur later arriveerden stond de meter net in het rood (en ons rode streepje is erg klein)! Onderweg kwamen we weer grote waterpoelen tegen, waarvan een paar zo groot dat we weer uitstapten om de situatie in te schatten en de diepte te kunnen peilen. In Maltahöhe aangekomen bedankte onze liftster ons en namen we bij het pompstation afscheid van haar. De tank werd weer volgegooid, de ruiten schoongemaakt en Marc en Annet haalden bij de naastgelegen take-away nog snel 3 broodjes hamburger voor onderweg.
We reden vervolgens met een heerlijke snelheid weer op asfalt richting de Mariental, waar we de B1 weer richting het zuiden konden nemen. Vlak voor Mariental moesten we nog hard lachen om een stelletje bavianen die op de vangrail van een brug naar voorbijkomende auto’s zaten te kijken! Bij het kruispunt met de B1 nam Marc het stuur over van me. Na zo’n 2 uur rijden begon het donker te worden en verdween steeds vaker de middenstreep van het wegdek. Waarschijnlijk hadden de wegwerkers uiteindelijk besloten dat strepen op de weg overbodige luxe waren en kwamen deze dus helemaal niet meer terug… Bovendien was er ook nog eens geen verlichting langs de weg, dus was het vaak erg moeilijk om te zien waar de weg heenging. Op de Tomtom konden we gelukkig wel zien of er een bocht aankwam, dus die gebruikten we dan maar als leidraad. Omdat Keetmanshoop het volgende grote dorp op de kaart was, besloten we dat het verstandig was om daar een slaapplek te zoeken en met licht pas weer verder te rijden. Door de zijramen van de auto zagen Annet en ik een prachtige sterrenhemel en wilden eigenlijk even stoppen om ze goed te bekijken. Marc wilde echter zo snel mogelijk in Keetmanshoop zijn, en hoopte dat we vanaf daar de sterrenhemel ook nog goed konden zien. Toen we uiteindelijk rond een uur of 9 aankwamen in Keetmanshoop lieten we Tomtom naar een lodge navigeren, ‘home sweet home’ genaamd. Ze bleken gelukkig een kamer te hebben (een self-catering unit met keuken, airco en 4 bedden) en voor een prikkie konden we daar overnachten! Helaas had de sterrenhemel zich ondertussen verstopt achter een wolkendek, dus sterren kijken ging niet meer op. We dronken nog een paar cola’tjes (bij gebrek aan lauw bier) en doken rond 11 uur onze luid-krakende bedden in. Trusten!
Donderdagochtend ging de wekker weer om 6 uur. Na een verkoelende douche hebben we snel de spullen ingepakt en zijn we gaan ontbijten op het terrasrestaurant. Hierna hebben we de tassen in de auto gegooid en begonnen we rond half 9 aan de lange trip die we voor de boeg hadden: 525 kilometer naar Sesriem, waarvan maar zo’n 90 kilometer over asfalt!
Omdat het zoveel geregend had waren er kleine riviertjes ontstaan die delen van de dirtroad weggespoeld hadden en op die manier dus diepe modderige kuilen veroorzaakt hadden. Na zo’n twee uur rijden keken we dus erg uit naar het moment dat we even op asfalt konden rijden, maar 2 kilometer voordat we zover waren zagen we voor ons ineens een grote waterpoel opduiken waar we met geen mogelijkheid omheen konden rijden! We stapten uit de auto, maakten foto’s en overlegden hoe we dit probleem gingen oplossen. Marc peilde met een stokje vanaf de zijkant hoe diep het water was, en ik zocht ondertussen naar stenen waarmee we misschien een pad door de poel heen konden maken. Na ongeveer een kwartier stil te staan kwam er opeens een busje met toeristen en een Namibische tourguide aanrijden. Hij riep dat we er makkelijk doorheen konden rijden, en dat hij wel als eerste zou gaan om dat te laten zien. Hij dekte zich nog even in door te zeggen dat als een van ons beiden vast zou komen te zitten, dat we dan met genoeg mensen waren om elkaar eruit te helpen.
Aan de andere kant van de waterpoel kwam vervolgens een overlander aanrijden (truck waarvan het laadgedeelte is omgebouwd tot ‘bus’ voor toeristen). Dat soort jongens zijn wel gewend aan dit soort wegen, maar ook zij stapten uit, trokken hun slippers uit en liepen door het water naar de overkant om te peilen hoe diep het was. Het water kwam op het diepste gedeelte tot aan hun kuiten en ze kwamen tot de conclusie dat het het beste was om aan de linkerzijkant (voor ons) doorheen te rijden. De toeristen uit het busje stapten vervolgens in, de chauffeur reed naar de waterpoel, wachtte even, gaf gas en….. redde het naar de overkant! Met zweet in mijn handjes en adrenaline in m’n aderen wist ik dat het nu mijn beurt was. Ik stapte in, reed weg en probeerde zoveel mogelijk snelheid te maken op het heuveltje naar beneden. De eerste helft van de waterpoel kwam ik vrij rap doorheen, maar toen merkte ik dat het water veel weerstand gaf en remde de auto af. Even kneep ik hem en dacht “nu kom ik vast te zitten!”, maar voelde ineens dat de banden toch nog grip hadden en langzaam kwam ik door de poel heen! Met een euforisch gevoel stapte ik de auto uit, ik ben aan de overkant! De rit door het water heen duurde in het echt misschien maar 3 seconden maar het voelde als een minuut voor mij!
Filmpje van de oversteek komt nog! Filmpje hieronder!
Even verderop kwamen we bij het kruispunt waar we eindelijk de banden weer op het asfalt mochten zetten en Marc nam het stuur over. Na zo’n 90 kilometer kwamen we aan in Bethanien waar we de tank weer volgooide en bij een supermarktje onze rantsoenen aanvulden. Na dit dorpje ging de weg weer over in dirtroad en wisselden we weer van bestuurder. Rond half 3 kwamen we aan in Helmeringhausen, een dorpje waar het aantal huizen letterlijk op één hand te tellen waren. We lunchten bij het dorsphotel (ja ze hadden een hotel!) en vroegen de ober het hemd van het lijf over de wegen die we voor de boeg hadden. We moesten kiezen: óf linksaf en de korste route nemen richting Sesriem, óf rechtsaf en zo’n 20 meer kilometers maken over een schijnbaar iets betere dirtroad dan de andere. De ober vertelde dat het veel geregend had en dat hij niet wist hoe de dirtroad linksaf er nu uit zou zien, dus als hij voor ons zou moeten kiezen dat hij dan toch rechtsaf zou gaan. Ook vroegen we ons af of we het voor het donker zouden gaan redden naar Sesriem, omdat het vanaf hier nog 267 kilometer rijden was en met een gemiddelde snelheid van 60 doe je daar dus nog zo’n 4,5 uur over. We bedankten de ober, rekenden af en vervolgden onze reis.. rechtsaf!
De weg richting Maltahöhe was in redelijk goede staat (op een paar waterpoelen na) dus we konden lekker doorrijden. Toen we vlak voor Maltahöhe bij een kruispunt linksaf een andere weg op moesten, kwamen we na zo’n 20 kilometer opeens weer grote waterpoelen tegen. Een aantal konden we oversteken door helemaal aan de linker- of rechterkant van de weg te rijden en dan met 1 wiel door het water te rijden, maar op een gegeven moment kwamen we een poel tegen die daar te groot voor was, dus we stopten. Achter ons zagen we met een goede vaart een 4×4 aankomen en we wachtten even om te kijken wat hij zou doen. Hij stopte naast ons, opende zijn raam en gaf als raad “you can cross it, but try to keep momentum on the road. Don’t hit the gas hard when you’re half way through or you’ll get stuck. I’ll be behind you if it goes wrong”. Met dat advies op zak reden we op de waterpoel af en kwamen we vrij eenvoudig naar de overkant! Blijkbaar had de man zijn twijfels of we de verdere weg zouden redden, want hij bleef achter ons rijden langs en door de stuk of 10 waterpoelen die daarna volgden. Met hem achter ons voelde we ons erg op ons gemak! Op een gegeven moment leek de weg weer watervrij te zijn en haalde hij ons in. We konden zijn stofwolk voor ons kilometers lang volgen!
Verderop de route lag een pas door de bergen, met veel slingerbochten en steile op- en afdalingen. Daar aangekomen begon het hard te regenen en zagen we de hellingen veranderen van wegen, naar honderden kleine riviertjes. Gelukkig hadden we het hoogste punt bereikt toen het het hardst regende, dus we konden met een redelijke snelheid doorrijden richting Sesriem. Omdat het gezien de tijd (half 7) en de dikke regen- en onweerswolken al pittig donker aan het worden was, en ik ondertussen al pittig wat uurtjes erg geconcentreerd had gereden was ik erg moe. Ik was dus blij dat er ongeveer 50 kilometer vóór Sesriem een lodge bleek te zijn: “A Little Sossus Lodge”. We besloten om niet verder te rijden, maar bij de lodge te informeren naar een slaapplek.
Hier komt ook nog een fimpje van straks! Filmpje hieronder!
Marc en ik liepen naar binnen en vroegen of er plek was in de lodge. Die bleek er te zijn en een man van de lodge wilde de kamers even laten zien aan ons. We liepen met z’n drieën achter hem aan naar schattige klein huisjes die er van binnen erg goed uitzagen. Omdat we de volgende dag naar Sossusvlei wilden gaan (een deel van de Namib Desert, een woestijn met grote rode zandduinen van tot wel 300 meter hoog), vroegen we of ze vanuit de lodge misschien ochtendtours naar de woestijn organiseerden, zodat ik zelf niet hoefde te rijden. Dat bleek ook nog eens zo te zijn dus we onderhandelden over de prijs van de kamers en besloten te blijven. We haalden onze spullen uit de auto en Marc en ik trokken een paar lauwe blikjes bier uit de koelbox. Terwijl we in een regenbuitje voor het huisje stonden en al onze ‘dirtroad stress’ van ons af zuchtten, zagen we aan de horizon een adembenemend mooie zonsondergang vormen boven Sossusvlei. Wat is Afrika toch mooooi!! Onze camera’s kwamen uit de tas en we schoten prachtige plaatjes!
Na de zonsondergang zijn we aan de bar van de lodge nog even wat gaan drinken en hoorden we dat we de volgende ochtend om kwart voor 6 klaar moesten staan voor de trip naar Sossusvlei, Deadvlei en Sesriem Canyon (de kleinste canyon ter wereld). Na een laatste drankje en wat chips in Marc’s ‘huisje’ besloten we ons bed in te duiken. Wat een dag!
Na het ontbijt in Springbok stapten we weer in de auto en reden we de N7 weer op richting Namibië. Na 109 kilometer kwamen we bij de grens van Zuid-Afrika en Namibië aan. Eerst moesten we bij de grenspost van Zuid-Afrika parkeren, kregen we een strookje waar het kenteken van de auto al opstond en moesten we met onze paspoorten 3 kantoortjes binnenlopen om stempels te verzamelen waarmee we het land uit mochten gaan. Na deze administratieve rompslomp mochten we doorrijden en Zuid-Afrika verlaten.
Aan de andere kant van de Orange River (die de grens tussen Zuid-Afrika en Namibië vormt) moesten we bij de Namibische grenspost naar binnen. We moesten allemaal een visumformuliertje invullen en onze paspoorten laten controleren. Op onze formulieren hadden we allemaal ingevuld dat we naar Ai-Ais zouden gaan. Ai-Ais is een plek met heet-waterbronnen aan het eind van de Fish River Canyon, waar je ook kunt overnachten. Toen de douanier onze formulieren bekeek, vroeg hij of we zeker wisten of Ai-Ais wel open was. Uiteraard hadden we daar van tevoren niet naar geinformeerd en dus vroegen we waarom het dicht zou zijn… Hij vertelde dat ze met een grootschalige renovatie van het kampeerterrein bezig waren en om die reden een tijd dicht waren. Lichtelijk verbaasd vertelden we dat we dan wel door zouden rijden naar Fish River Canyon en daar dan een verblijfplaats zouden zoeken. Onze paspoorten werden gestempeld, en in een hokje ernaast moesten we vervolgens nog 160 Namibische Dollar betalen voor een ‘road permit’, om met de auto de grens over te mogen.. Na dit alles mochten we weer verder rijden, Namibië in!
We wijzigden onze bestemming in de Tomtom naar een plaatsje dat aan de Fish River Canyon ligt (Hobas) en na zo’n 150 kilometer rijden namen we een afslag en verruilden we het asfalt voor een dirtroad van zand, modder en grind. Het eerste stuk van de weg was van goede kwaliteit en we konden lekker doorrijden, maar na een paar kilometer kwamen we stukken tegen die eerder voor 4×4 auto’s bedoeld waren: diepe kuilen met zacht en modderig zand waar we ons doorheen moesten worstelen zonder vast te komen zitten. Na ruim anderhalf uur geconcentreerd over de dirtroad te hebben gereden (en gegleden) vertelde de Tomtom dat we onze bestemming bereikt hadden: een kruispunt in the middle of nowhere! We besloten de afslag te nemen omdat er op een bord stond dat er een paar kilometer verder de Cañon Lodge zou zijn. De lodge ligt ongeveer 20km van de Fish River Canyon, de op 1 na grootste canyon ter wereld (na de Grand Canyon in de USA). Bij de lodge aangekomen bleek dat er ruime keuze was qua kamers, verdeeld over 4 verschillende locaties. Omdat we geen zin meer hadden om verder (of terug) te rijden besloten we 2 kamers op huidige locatie te nemen. Ook hoorden we dat de lodge elke avond een wandeling organiseert door de omgeving om van de zonsondergang te genieten, maar we besloten na een “powernap” (even een uurtje plat!) en een late lunch om in plaats daarvan richting de canyon te gaan, zodat we de volgende dag meteen weer verder konden en geen tijd zouden verliezen. Daar hebben we geen spijt van gekregen! De Fish River Canyon was ontzettend gaaf om te zien en daar hebben we dan ook, al vinden we het zelf, mooie foto’s gemaakt.
Cañon Lodge:
Fish River Canyon:
Toen we na lang nastaren besloten weer terug naar de lodge te gaan, zag ik in de zijspiegel van de auto een mooie zonsondergang, dus vroeg ik of ik nog even een paar foto’s kon maken. Ik geloof dat we daar ruim een half uur hebben gestaan en opnieuw weer een hele serie mooie plaatjes hebben gemaakt, maar oordeel zelf… (onderstaande foto’s zijn al een selectie van een selectie uit onze foto’s.. Marc heeft ook nog een hoop mooie!)
’s Avonds hebben we nog een paar drankjes gedaan op het terras en kregen we een waar optreden van het personeel, echt Afrikaans vermaak.
We wilden nog even naar het zwembad van de lodge lopen om daar te kijken, maar we konden het niet snel vinden en het begon keihard te regenen, dus we zijn snel terug gerend naar de bar en hebben we lekker nog een paar drankjes gedaan. Moe, maar zeer tevreden zijn we daarna gaan slapen. De volgende dag stond een rit van 525 kilometer (waarvan het grootste gedeelte over dirtroads) op het programma dus de wekkers werden weer vroeg ingesteld!
Nadat Marc en Ewout de auto in orde hadden laten maken, vertrokken we rond half 2 uit Kaapstad. Zodra we de N7 opdraaiden meldde de tomtom dat de volgende afslag over 776 kilometer kwam. Nog een leuk stukje te gaan dus! Na ongeveer 6 uur rijden begon het donker te worden. Omdat vrij snel over de grens van Namibië een dirtroad op onze route lag (richting Ai-Ais), besloten we om voor het donker een slaapplek te gaan zoeken en de volgende morgen pas door te rijden. Omdat we vlakbij Springbok waren, besloten we daar de afslag te nemen. In Springbok aangekomen hebben we eerst even gegeten bij de KFC. Daarna vonden we al snel een bed en breakfast, checkten we in en dronken we gezellig een paar drankjes op het terras bij het zwembad. Rond een uurtje of 11 gingen we ons bed in om de volgende morgen om 6 uur weer op te staan om te ontbijten en weer in de auto te stappen.
Verder niet zoveel te melden bij dag 1 en helaas hebben we niet meer foto’s van Springbok, maar we gaan het goedmaken in de volgende berichten!